De katten van A.P.A Rodamón

Toch een nestje?

Een dag meehelpen bij een stichting voor katten.
Zo kan het ook, en geloof me, dit is geen uitzonderlijk verhaal.
Lees en huiver...

Ze belt aan het einde van de middag, in haar schuur ligt een poes, een jonge poes op punt van bevallen. Het is niet haar kat en het is ook niet de eerste keer dat ze belt. Enkele weken geleden nog vroeg ze om hulp nadat een buurpoes, van nog geen jaar oud, in haar schuur een nest had geworpen. Ze vroeg weer om hulp, weer een buurpoes van nog geen jaar oud die haar 2e nest van dit jaar zou werpen. Omdat deze tienermoeder haar eerste nest had verstoten besloten we haar de volgende dag te halen.

's Morgens een telefoontje, de bevalling was in volle gang, er waren al 2 kittens en alles leek goed te gaan. Tegen de middag opnieuw een telefoontje, het laatste kitten deed het niet goed. We zijn meteen heengereden, ze bracht ons direct bij mama met kittens, haar ongerustheid was absoluut terecht. Inmiddels waren er 5 kittens waarvan 3 dapper bij mama probeerden te drinken, dat liet ze toe. Maar de laatste 2 duldde ze niet, de een na laatste heeft ze nog wel gewassen maar daarna voor dood laten liggen. En dood was ze bijna, dat kleine zwarte meisje. IJskoud en moeilijk ademhalen, als je haar tegen je gezicht drukte hoorde je het vocht in haar longetjes rochelen. Af en toe gilde ze, kleine doodskreetjes. Ik deed mijn uiterste best haar op temperatuur te krijgen door mijn warme adem en wrijven met mijn handen terwijl mijn vriendin het laatste kitten uit het geboortevlies haalde en droogwreef.

We namen kleine zwarte mama met haar 5 babies mee, het koude meisje droeg ik onder mijn kleding, tegen mijn huid. Weer terug bij de stichting stond de kooi voor mama al klaar, de kittens werden bij haar gelegd, gelukkig accepteerde ze de kleintjes, mama was veilig en tevreden. We hebben alle kittens goed onderzocht, de eerste 2 zwartjes deden het goed. Het derde kitten, een zwart/witte heeft een door de navelstreng afgeklemd achterpootje, deze zal ze moeten missen. Ondertussen liep ik nog steeds met kleine Pip op mijn borst, onder mijn Tshirt. Op de terugweg had ik al een naam voor haar bedacht, geen kat moet sterven zonder een naam.

Pip rochelde nog steeds maar gilde niet meer en het allermooiste... ze had honger! Mama liet haar gelukkig toe. Het laatste en kleinste zwarte meisje had de meeste pit, die gaat het wel redden.
Zo leek alles toch redelijk goed te gaan, de grootste zorgen waren voorbij.

Niets is wat het lijkt...

Later, 's avonds, werd kitten nummer 6 geboren. Mama was er wel klaar mee, ze liet haar jongste wurm onaangetast sterven. Een paar dagen later stierven ook de 2 zwarte broertjes, de eerste 2 kittens.

Kitten nummer 3, 4 en 5 werden grootgebracht door de tienermama, ze deed het goed. Beertje het zwart/witte driepootje, bolle Pip en tengere spring-in-het-veld Loentje groeiden op en vonden toen ze oud genoeg waren een heerlijk thuis.

Zoals ik al schreef; dit is geen uitzonderlijk verhaal. Het is er een van vele.
En het is zo eenvoudig om dit te voorkomen!

Leuk, een nestje?